Onzichtbare man
De onzichtbare man is het titelpersonage van het gelijknamige sciencefictionverhaal (originele Engelse titel: The Invisible Man) van de Engelse schrijver H.G. Wells uit 1897. Het verhaal gaat over de arme student Griffin, die het geld van zijn vader heeft gestolen om een formule te ontwikkelen waarmee de brekingsindex van een lichaam kan worden veranderd zodat licht niet wordt afgebogen en het object onzichtbaar wordt. Griffin heeft de formule op zichzelf getest en hij is nu onzichtbaar, maar hij is tevens waanzinnig geworden. De eerste film over de onzichtbare man was The Invisible Man uit 1933 met Claude Rains in de titelrol. De film werd een succes en kreeg een groot aantal vervolgen, namelijk The Invisible Man Returns (1940), The Invisible Woman (1940), Invisible Agent (1942) en The Invisible Man's Revenge (1944). In 1954 bracht de Japanse Toho-studio Tomei Ningen (The Invisible Man) uit, een Japanse adaptatie van het oorspronkelijke verhaal. Andere bekende films over de onzichtbare man zijn onder andere Memoirs of an Invisible Man (1992) met Chevy Chase en Paul Verhoevens Hollow Man (2000) met Kevin Bacon. Onzichtbaarheid wordt in films ook bereikt met tovermiddelen zoals de magische hoofdkap uit Die Nibelungen, de ene ring uit The Lord of the Rings en de onzichtbaarheidsmantel uit de Harry Potter-films, of met behulp van technologische apparatuur zoals het cloaking device uit Star Trek en Battlestar Galactica, de onzichtbare sleutels uit Barbarella, het persoonlijke camouflageschild uit Predator en het onzichtbaarheidspak uit Ghost in the Shell. Overigens gaan de meeste films voorbij aan het feit dat als een persoon of voertuig onzichtbaar is er vanuit het onzichtbare object niets kan worden gezien, waardoor men in feite blind is. Dit komt omdat licht geabsorbeerd moet kunnen worden om iets te kunnen zien, en als iets of iemand onzichtbaar is wordt er geen licht geabsorbeerd. |
|