Fietsen
De geschiedenis van de fiets begint in 1655, toen klokkenmaker Stephan Farffler uit Neurenberg een driewielige rolstoel met handaandrijving uitvond. De Fransmannen Blanchard en Maguier vonden in 1789 de driewieler met pedaalaandrijving uit. De Duitse uitvinder Karl Drais vond in 1817 de tweewielige loopfiets uit, de naar hem genoemde Draisine die als de voorloper van de hedendaagse fiets geldt. In zijn eerste rit van Mannheim naar Rheinau en terug behaalde hij hiermee een snelheid van ongeveer 15 kilometer per uur. Drie- en vierwielige rijwielen bleven echter tot de uitvinding van de tweewielige pedaalaangedreven fiets populair. De Amerikaan Charles Goodyear vond in 1839 gevulcaniseerd rubber uit en in 1846 maakte de Brit Thomas Hancock de eerste massief rubberen band voor meer comfort. Pierre Lallement zette in 1862 in Nancy krukken en pedalen op het voorwiel waardoor de eerste fiets met pedaalaandrijving geboren was. Hij verhuisde in 1863 naar Parijs waar hij samenwerkte met de gebroeders Olivier. Kort daarna emigreerde Lallement naar Amerika en gingen de Oliviers samenwerken met smid Pierre Michaux om de fiets in massaproductie te fabriceren. In 1869 werden enkele belangrijke innovaties uitgevonden. De Parijse fietsenmaker Jules Suriray patenteerde het kogellager, de Amerikaan William Van Anden vroeg patent aan op de vrijloopkoppeling en datzelfde jaar bedacht Fransman Eugene Meyer het fietswiel met draadspaken die op spanning staan, waardoor de spaken veel dunner en dus lichter konden worden gemaakt. Rond deze tijd kwam de velocipede in opkomst. Dit was een fiets met een groot voorwiel met trapaandrijving en een klein achterwiel. Met dit type fiets was een hogere snelheid mogelijk en bovendien zorgde het grote voorwiel voor meer rijcomfort. Doordat de berijder zo hoog zat was de fiets tamelijk labiel en vrij moeilijk te berijden, maar toch was het de eerste praktisch bruikbare fiets, waarmee grote afstanden konden worden afgelegd. De Brit Thomas Stevens reed met een dergelijke fiets in 1884 vanuit San Francisco in 104 dagen naar Boston. Deze 6000 kilometer lange fietsrit geldt als de eerste transcontinentale fietstocht. De Brit Harry John Lawson ontwierp in 1876 de zogenaamde veiligheidsfiets waarbij de fietser met zijn voeten de grond kon raken in noodgevallen waardoor het veel makkelijker was om te stoppen zonder om te vallen. De eerste fietsen hadden een trapaandrijving vergelijkbaar met die in oude naaimachines en in 1879 verscheen de eerste fiets met fietsketting. John Kemp Starley kwam in 1885 met de Rover, de eerste commercieel succesvolle veiligheidsfiets. De Britten Browett en Harrison bedachten in 1887 de velgrem. De Schot John Boyd Dunlop patenteerde in 1888 de luchtband voor de fiets van zijn zoon, maar twee jaar later werd dit ongeldig verklaard omdat de Schot Robert William Thomson reeds in 1846 een luchtband voor koetsen had gepatenteerd. Dunlops luchtband zorgde ervoor dat de fiets veel lichter en comfortabeler werd en dit zorgde ervoor dat de fiets wereldwijd een immens populair transportmiddel werd. Met de introductie van de schijfrem (circa 1890), de Bowdenkabel (als rem- en versnellingskabel) in 1896, de achteruittraprem in 1898 en de Simplex-derailleur in 1928 werden fietsen nog gebruiksvriendelijker. Sinds 1868 werden wielerwedstrijden gehouden en in 1870 verschenen de eerste velodromes waar baanwielrenwedstrijden werden gehouden. Het eerste wereldkampioenschap was in 1893 en de wielersport is vanaf de eerste spelen in 1896 onderdeel van de Olympische Spelen. In 1903 werd de eerste "Tour" ofwel Ronde van Frankrijk verreden. Een Italiaanse ronde (de "Giro", vanaf 1909) en een Spaanse ronde (de "Vuelta", vanaf 1935) volgden. Begin 20e eeuw werden de eerste wedstrijden in veldrijden of cyclocross georganiseerd. In de jaren zestig kwam het mountainbiken op en begin jaren zeventig BMX (Bicycle MotoCROSS). Zowel wegwielrennen, baanwielrennen, mountainbiken als BMX zijn heden Olympische sporten. Reeds in 1911 werd een wielerfilm gemaakt, de Belgische documentaire "Wielerkoers 'Parijs-Brussel' werd gewonnen door Lapize, eerste, en Faber, tweede". Omdat hier weinig over bekend is en deze waarschijnlijk verloren gegaan is staat deze niet in onze database. De eerste fictiefilm over wielrennen is "Le roi de la pedale" (1925) over een man die meedoet aan de Ronde van Frankrijk. Drie jaar later werd "La ronde infernale" uitgebracht, de eerste film over baanwielrennen. De Italiaanse film "Ladri di biciclette" (de fietsendief) uit 1948 is heden een klassieker. "Keirin Queen" (1956) is een vroege Japanse baanwielrenfilm. Na zijn debuutfilm "Firelight" (1964) begon de Amerikaanse filmmaker Steven Spielberg in 1967 aan de wielerfilm "Slipstream". Hij had al voor een uur aan filmbeelden gedraaid voordat hij de productie wegens geldgebrek moest stoppen. De Australische jeugdfilm "BMX Bandits" (1983) markeerde het speelfilmdebuut van de destijds 16-jarige Nicole Kidman. De Belgische Urbanus-film "Hector" (1987) was destijds de meest bekeken Vlaamse film ooit. De Vietnamees-Franse film "Cyclo" (1995) won in 1995 de Gouden Leeuw. |
|